Noach en ‘De Reuzen’

Wanneer we de bijbel strikt nemen, en we lezen over Noach en zijn geschiedenis in het boek Genesis, dan valt het vrij snel op dat we over de leefwereld van Noach niet zo veel informatie meekrijgen. Wanneer het gaat over de oudheid komt daar nog bij dat via school, boeken, media en dergelijke we tegenwoordig helemaal geïndoctrineerd zijn met ideeën van primitieve mensen en gebruiken. Daar zijn we immers mee opgegroeid. Het mag ons dan ook niet verbazen wanneer we in plaatjesboeken bij Genesis afbeeldingen terugvinden van mensen met middeleeuws aandoende kleding en met primitieve gereedschappen om de ark te bouwen. We slikken dat dus als zoete koek en staan er niet bij stil hoe het er in werkelijkheid moet uitgezien hebben. Bovendien is van de periode voor de zondvloed ook zeer weinig bekend van het sociale klimaat waarin de mensen leefden, laat staan dat we kunnen schatten hoeveel mensen er op aarde geleefd hebben in die periode.giantWat we wel meekrijgen uit Genesis is dat de eerste mensen uit de hof van eden verdreven werden en zich vestigden op de aarde. We krijgen dan een verhaal over de nakomelingen van Adam en Eva met hun opeenvolgende generaties tot Noach. Maar in Genesis 6 lezen we plots dat de gehele aarde ‘verdorven’ was, dat er heel veel geweld was op aarde en dat de boosheid van de mensen groot was. Dit is blijkbaar de oorzaak van een allesomvattende vloed, de zondvloed. Enkel Noach, een rechtvaardig man, en zijn gezin zou hieruit gered worden en uit hen zou de wereldbevolking opnieuw ontstaan.

Oorzaken

Maar wat zou er nu aan de basis kunnen gelegen hebben van een allesvernietigende vloed over de gehele aarde? Welke verschrikkelijke boosheid was er bij het mensdom binnengeslopen waardoor God geen andere keuze meer had dan een dergelijke catastrofe over de aarde te laten komen? Enkel al in de laatste eeuw zijn over onze westerse wereld meerdere verschrikkelijke oorlogen geweest met miljoenen slachtoffers en verschrikkingen als atoombommen, chemische oorlogvoering, genociden,… en toch heeft God niet opnieuw geoordeeld als ten tijde van Noach!

Er moet dus iets gebeurd zijn dat nog veel erger geweest is dan de ergste oorlogen die wij in de afgelopen decennia gekend hebben.

Mogelijk kan het begin van hoofdstuk 6 ons hier toch wat meer duidelijkheid over verschaffen. Daar wordt ons namelijk meegedeeld dat engelen, Zonen Gods, zich vermengd hebben met de ‘dochters der mensen’ en dat daaruit reuzen zijn voortgekomen, geweldigen, of ook wel ‘geweldenaars’ genoemd.

Andere verwijzingen naar deze engelen vinden we in de brief van Judas 1:6: ‘en dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten’ en in de tweede brief van Petrus 2:4 waar het ook gaat over engelen die gezondigd hadden.

Bovendien wordt in de brief van Judas ook nog geciteerd uit het apocriefe boek Henoch, en blijken ook door Petrus bepaalde verzen nagenoeg letterlijk uit hetzelfde boek Henoch overgenomen te zijn.

Redenen genoeg dus om ook dat boek Henoch er eens op na te slaan, en wat blijkt: in dit apocriefe boek wordt ons nog meer uitleg verschaft over de relatie tussen deze gevallen engelen en de mensen die toen op aarde leefden.

Henoch: ‘en de zonen Gods namen zich vrouwen, en ieder koos er een voor zichzelf. En ze begonnen tot hen in te gaan en vermengden zich met hen. En ze leerden hun magische formules en toverijen… en ze werden zwanger en baarden grote reuzen… En de reuzen keerden zich tegen hen om de mensen te verslinden. En ze begonnen te zondigen tegen vogels, en tegen dieren, en tegen kruipend gedierte en tegen vissen, en ze verslonden elkaars vlees en dronken het bloed hieruit.’

In ruil voor de seksuele ‘diensten’ van de mensenvrouwen aan de engelen kregen de mensen, naast het onderricht in het toveren en de magie, ook nog onderricht in het maken van wapens, het gebruik en de bewerking van de metalen van de aarde, cosmetica, edelgesteenten, kleurstoffen, banspreuken, wortelinsnijdingen (drugs ?), astrologie, de constellaties, de kennis van de wolken, de tekenen van de aarde, de tekenen van de zon, en de baan van de maan.

Een gedeelte van die kennis moet bewaard gebleven zijn na de zondvloed, want bijvoorbeeld de Maya’s en de Inca’s waren op de hoogte van het bestaan van alle planeten van ons zonnestelsel en zelfs de afstand tot de zon! En dat terwijl Uranus pas ontdekt werd in 1781, Neptunus pas in 1648 en Pluto zelfs pas in 1930, respectievelijk door middel van de betere sterrenkijkers van die tijd en door nauwkeurige theoretische berekeningen. Ook de omloop van deze planeten kon ten tijde van Noach met een nauwkeurigheid berekend worden die onmogelijk door middel van observaties kon verkregen worden. Er moet dus wel informatie van ‘buitenuit’ aan te pas gekomen zijn. Sommige onderzoekers zien hierin een reden om aan te nemen dat er buitenaardse wezens op aarde toegekomen zijn, die later door de mensen als goden aanbeden en vereerd werden. In feite liggen beide standpunten zeer dicht bij elkaar, want engelen zijn immers ook ‘buitenaards’.

Nakomelingen

De nakomelingen van de mensen met de engelen worden reuzen genoemd, in de oorspronkelijke tekst: Nephiliem. Dezen keerden zich tegen de mensen maar vergrepen zich ook aan de dieren, de vogels en de vissen. Wat betekent dit: vergrijpen? Zou dat ook weer te maken hebben met seksuele gemeenschap? Waarom zou de bijbel anders meerder malen vermelden dat de aarde helemaal ‘verdorven’ was, en dat ook de dieren (al wat leeft) zich misdragen hadden? Het mensdom is blijkbaar ‘besmet’ geworden door de omgang met de engelen, en deze ‘besmetting’ zette zich nu blijkbaar door tot de dieren.

Van de Bijbel maken we even een verre sprong, naar de Edda, de geschiedenis van het Oudgermaanse godendom. Hierin vinden we een uiterst merkwaardig ‘geslachtsregister’ van reuzenafkomst, met de vermelding van afschuwelijke monsters die voortsproten uit vermengingen van dieren met ‘menselijke’ wezens.

De Mahabharata, een heilige boek voor de bevolking van Kasjmir is wat dit betreft ook zeer interessant. Samen met de Bijbel behoort dit boek tot de oudste gekende religieuze teksten. De Mahabharata handelt over, jawel, een vermenging van een koning (een mens dus) met een ‘godin’.

De kroost die hieruit voortvloeit wordt omschreven als een stel machtige, goddelijke figuren. Het komt tot een conflict met de mensen waarin allerhande wrede wapens gebruikt worden. Sommige worden beschreven als ‘reusachtige knuppels met dodelijke straling, die aan nucleaire raketten doen denken’. Dergelijke, zogenaamde mythische verhalen waarin goden zich vermengen met mensen, vinden we over de hele wereld terug, dikwijls ook nog met een verwijzing naar een wereldomvattende vloed, de zondvloed.

De Egyptische Goden

giantNu is het van hieruit ook niet meer zo heel moeilijk om de stap te zetten naar de half-mens half-dier goden uit Egypte (Osiris bijvoorbeeld), de Minotauros van Knossos op Kreta, de Sirenen uit de Egeische zee, ja zelfs tot in China werden dergelijke half-mens half-dier schepselen in afbeeldingen aangetroffen. Onderstaande foto is een afbeelding van een mens-insect vermenging, terug te vinden op de muren van de tempel van Luxor. Wordt het stilaan duidelijk of moeten we daar toch nog expliciet bij vermelden dat zich op die plaatsen dikwijls ook nog bouwwerken bevinden (piramides, gigantische paleizen en onderaardse gangenstelsels…) waarvan we nu nog steeds niet begrijpen met welke middelen deze ‘wereldwonderen’ tot stand gekomen zijn? En het moet ons dan ook niet meer langer verbazen wanneer we daar voorwerpen aantreffen die, voor wat betreft hun technisch vernuft, helemaal niet passen bij het zogenaamde ‘bronzen of ijzeren tijdperk’ waarmee onze hedendaagse ‘geschiedkundigen’ deze cultuurvolkeren nog steeds klasseren. Batterijen die stroom kunnen leveren, modelvliegtuigjes van het straaljagertype, ijzeren obelisken die geen greintje roest vertonen, zelfs na duizenden jaren nog niet, sarcofagen uit een gesteente harder dan graniet maar gepolijst dat onze moderne steenkappers erbij verbleken… en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan.

Stad op palen

Eén van de meest intrigerende mysterieuze plaatsen is het eiland Nan Madol, één van de vele Zuidzee-eilanden. Hier zijn ruïnes teruggevonden van steden die opgebouwd zijn met zeskantige basaltzuilen, tot 10 ton zwaar. De zuilen zijn op dusdanige manier gestapeld dat er een hele stad mee opgebouwd werd. Geschat wordt dat er ongeveer 400.000 van die zuilen gebruikt zijn voor dit ‘prehistorische’ mikadospelletje. Opmerkelijk is dat de basaltzuilen niet van het eiland zelf afkomstig zijn maar van enkele eilanden verderop in zee. Hoe zijn die zuilen daar maar terechtgekomen? Met welke technologie hebben mensen dit voor mekaar gekregen? Of zouden er ‘buitenaardse’ krachten mee gemoeid zijn? Mythische verhalen doen immers de ronde dat een tovenaar in staat zou geweest zijn met een toverformule en basaltzuil op het ene eiland ‘op te tillen’ en op het andere eiland door middel van een andere spreuk op zijn plaats te laten neerkomen. Je zou dit kunnen wegwuiven als een fabeltje, maar bedenk dan wel dat er – voorlopig althans – geen enkele andere aanvaardbare uitleg kan gegeven worden voor het bestaan van een dergelijke site.

giantReuzen zijn er ook geweest na de zondvloed, en ook daar getuigt de Bijbel van, in het boek Numeri hoofdstuk 13:33. Toen Israël binnentrok in Kanaän kreeg het volk van God de opdracht om alle inwoners van het land te doden. Welk een bloeddorstig God is dat dan wel, die zulk een opdracht geeft? Maar net zoals bij de zondvloed de aarde verdorven was door ‘reuzen’, als resultaat van vermenging met ‘buitenaardsen’, zo waren die reuzen weer opnieuw in het land Kanaän. God vroeg van Israël dezelfde vernietigende werking tegenover deze reuzen als de zondvloed gedaan had.

Indien dit allemaal historisch correct is dan moeten we in principe toch nog iets terugvinden van dergelijke reuzen? Inderdaad, er zijn op verschillende plaatsen in de wereld beenderen, ja zelfs hele skeletten teruggevonden van reuzen die wel 4 tot 5 meter groot waren. Enkele waren zelfs in een sarcofaag, een gigantische dus, opgebaard en hadden aan handen en voeten zes tenen en vingers (ook de Bijbel spreekt hierover in 2Sa 21:20). Een zeer bijzondere sarcofaag, wel 40 ton zwaar, is teruggevonden in één van de piramides in Egypte. Wetenschappelijk onderzoek heeft niet kunnen aantonen of de overblijfselen in deze bewuste sarcofaag van een mens afkomstig waren of van een ander wezen. Feit was wel dat het tonnen-zware deksel blijkbaar gemaakt was om, anders dan bij de klassieke sarcofagen, nooit meer van de kist afgehaald te worden! Welk wezen heeft hierin opgebaard gelegen?
We mogen zeker niet stellen dat we, in het licht van de Bijbel, op alle eigenaardige vondsten een verklaring kunnen geven, maar we zijn ervan overtuigd dat we ons minder vaak in allerlei bochten moeten wringen om bevredigende antwoorden te vinden dan dat het geval is bij de aanhangers van de evolutietheorie en de klassieke geschiedenis.

Bron: Xcriptuur.digizign.nl

Out Of Place artefact

‘OOPart’ is een term die de cryptozoöloog Sanderson bedacht als verzamelnaam voor alle gevonden objecten die daar eigenlijk niet behoorden te zijn. OOPart staat voor ‘Out Of Place artefact’ en hebben de vervelende eigenschap om bestaande theorieën en vormen van wetenschap te ondergraven.
(Wat doet een hamer met houten steel in een brok steen dat een datering heeft van 360 tot 408 miljoen jaar oud?).

Cremo zelf verklaart de vondsten vanuit de oude Hindoeïstische Veda’s. Als we de Veda’s mogen geloven bestaat de aarde en de mens al miljoenen jaren en vormen ze een aaneenschakeling van opkomsten en ondergangen van beschavingen. Zo zou het dus kunnen dat we ‘moderne’ artefacten vinden in aardlagen die zeer oud zijn.

Een mooi voorbeeld van een OOPart is het in 1973 gevonden ‘wigvormig object’ Naar verluidt werd het object tijdens graafwerkzaamheden gevonden in Roemenië op twee kilometer van het plaatsje Auid. Het zou op een diepte van 10 meter gelegen hebben en aangezien er ook botresten van prehistorische mastodonten lagen zou het miljoenen jaren oud moeten zijn. Het vreemde is dat het object gemaakt is van aluminium (89%). Vóór 1825 was het gebruik van een dergelijk hoog percentage aluminium ondenkbaar. Wat volgde was een heftig debat waarna de wetenschap het artefact afdeed als ‘fraude’. (U kunt het hier nalezen.)
Maar er duiken vaker vreemde zaken op. Neem bijvoorbeeld de batterijen van Bagdad of de Egyptische Dendara ‘lamp’ (zie hier voor afbeeldingen en tekst) of neem bijvoorbeeld het wonderbaarlijke Antikythera mechanisme. Dergelijke vondsten passen duidelijk niet in het beeld wat wij van de mensen uit de oudheid hebben en zetten de geologie en archeologie op de kop.

Hoe oud zijn OOParts eigenlijk?

Discussies over OOParts worden helaas maar al te vaak gekaapt door creationisten, mensen dus die aan de hand van dergelijk tegendraadse vondsten het Bijbelse idee dat de aarde niet ouder is dan 10.000 jaar menen te kunnen onderbouwen. Voor sommige creationisten was die visie te dogmatisch en ze kwamen met een alternatief, het ‘oudeaardecreationisme’. In die visie zou god de aarde niet geschapen hebben in zeven dagen maar in miljoenen jaren. Er bestaan wat dat betreft nogal wat varianten en er wordt door verschillende groepen naar behoefte om hun theorie te ondersteunen geschoven met data. De wetenschap zelf hanteert zo haar eigen methoden om te dateren, maar ook die zijn maar al te vaak niet zo zuiver als men ons wil doen geloven.Zo is er de methode van de gidsfossielen. Gidsfossielen zijn fossielen die over de hele wereld en – naar men aanneemt – in slechts één soort aardlaag voorkomen. Volgens evolutionisten zijn het overblijfselen van planten of dieren die in een bepaald tijdperk geleefd hebben en daarna zijn uitgestorven. Ze fungeren als maatstaf voor de datering van andere fossielen: “Wanneer in een vreemde formatie een gidsfossiel gevonden wordt, is het gemakkelijk die speciale gesteentelaag te dateren en te correleren met andere afzettingen op verre afstanden, die dezelfde soort bevatten”.

Geochronologen bepalen de leeftijd van de aardlagen door de fossielen die erin gevonden worden, terwijl paleontologen de leeftijd van de fossielen bepalen door de aardlagen waarin zij gevonden worden. Een cirkelredenering waarbij waakzaamheid is geboden.

(De zeekaart van Piri-Reis uit 1513 toont ons Zuid-Amerika en de kustlijn van Antartica zoals deze er zonder ijs uitzag. Kennis die men niet geacht werd te bezitten.)

C14

Met de ontdekking van koolstofdatering (C14-methode) kreeg opeens alles een algemeen geaccepteerde ouderdom. C14 gaat uit van de vervalsnelheid van radioactief koolstof. Er wordt aangenomen dat deze constant is: om de 5730 jaar vervalt de helft C14 tot C12. Op het eerste gezicht heel aannemelijk, echter er zijn problemen, op de eerste plaats omdat dat het monster vervuild kan raken. Soms geven meerder monsters uit dezelfde plaats andere waarden aan. Externe factoren kunnen de vervalsnelheid ook beïnvloeden. Men ging er aanvankelijk ten onrechte vanuit dat de omstandigheden overal en altijd hetzelfde waren.

De wetenschap weet ondertussen dat C14 niet altijd nauwkeurig hoeft te zijn en dus bestaan er inmiddels allerlei correctietechnieken en de discussie over de exacte waarde van dit soort dateringsmethoden is nog volop in gang. Tot overmaat van ramp komt daar bij dat veel ouderdomsbepalingen nog gemaakt zijn met de eerdere ongecorrigeerde techniek, en andere wetenschappers deze items nog steeds als maatstaf gebruiken voor hun nieuwe vondsten.

De uraniummethode

De uranium-loodmethode wordt gebruikt voor bepalingen van hoge ouderdom omdat het radioactieve uranium een kleine vervalsnelheid heeft; radioactief uranium vervalt tot lood met een halveringstijd van 1016 jaar. Ook aan deze methode kleven enkele bezwaren. Net zoals bij de C14-methode is de oorspronkelijke hoeveelheid uranium niet gekend en is het mogelijk dat de vervalsnelheid veranderlijk is geweest. Maar wat meer is, is het feit dat geen enkel systeem in de natuur gesloten is. Enerzijds wordt uranium in een gesteente gemakkelijk door water weggespoeld. Anderzijds neemt gewoon lood gemakkelijk kleine deeltjes (vrije neutronen) op van de omliggende rotsen zodat er een verkeerde waarde kan worden gemeten. Door het wegspoelen van uranium en het veranderen van lood lijkt het dat er veel uranium is uiteengevallen en dat gesteente ouder/jonger is dan men meet.De kaliummethode en de rubidiummethodeDe kalium-argonmethode en de rubidium-strontiummethode worden geijkt op de uranium-loodmethode en zijn dus even onbetrouwbaar. Zo leverde modern vulkanisch gesteente, in 1801 gevormd bij Hawaï, met de kalium-argonmethode een ouderdom op van meer dan 1 miljard jaar. Kortom:- De kalium- en de rubidiummethode zijn geijkt op de uraniummethode.- De uraniummethode is geijkt op de datering met gidsfossielen.- De datering met gidsfossielen is geijkt op de evolutietheorie. Meer lezen over het onderwerp kan bijvoorbeeld hier of hier. OOParts zijn en blijven luizen in de pels van wetenschap en religieuze groeperingen. Het is jammer dat door arrogantie veel opmerkelijke vondsten verdrukt, genegeerd of juist voor eigen ideologie gebruikt worden. Daarmee gaat men voorbij aan een unieke kans om wat licht te schijnen op ons toch al zo duistere verleden.

Nieuwe of toch oude planeet in ons zonnestelsel?

Niburu is op dit moment misschien wel het meest besproken onderwerp in de wereld van de wetenschap, astronomen en de wereldregering.

Professor Zecharia Sitchin wordt door velen beschouwd als de grootste historicus aller tijden. Zijn boeken “the earth cronicles” worden op een aantal Amerikaanse universiteiten onderwezen en zijn in dertien talen vertaald. Zecharia Sitchin is expert op het gebied van sumerische kleitabletten. Zijn belangrijkste ontdekking is dat onze planeet sinds 450.000 jaar meerdere malen bezocht werd door de Annunaki (zij die van de hemel naar de aarde zijn gekomen).

De Sumeriers hebben een lijst van wat zij allemaal hebben uitgevonden. Dit lijkt een soort opsomming van onze beschaving. Ze bedachten het schrift, het schoolsysteem, het tweedekamer stelsel. De Sumeriers zeggen dat deze beschaving hen was bijgebracht door wezens die vanuit de hemel op de aarde waren beland. De Annunaki (ook wel reuzen genoemd) zijn de bewoners van de planeet Niburu, de tiende planeet binnen ons zonnestelsel. Iedere 3600 jaar komt deze planeet met haar ovale baan om de zon, dicht bij ons in de buurt. Uit de kleitabletten blijkt dat de mensheid door de Annunaki naar hun beeld en gelijkenis gecreëerd is. Zecheria Stichin heeft echter nog nooit officieel een datum genoemd voor de terugkeer van Niburu. Toch lijkt hij er van overtuigd dat Niburu nabij is. De terugkeer van Niburu zal voor velen een nieuw begin betekenen.

In het jaar 1987 heeft de NASA een officiële aankondiging gedaan over het bestaan van een nieuwe planeet. Op 7 Oktober 1999 ontdekte een Britse wetenschapper de tiende planeet. Dit concludeerde hij na het bestuderen van 13 kometen wiens banen verstoord waren door een nog grote onbekende planeet in de baan rond onze zon. In de Science Journaal heeft de Nederlandse astronoom Govert schilling een artikel geschreven dat zo begon: “koers komeet duidt op mysterieuze planeet” Discovery news meldde in juni 2001: “Large object discovered orbiting sun”.

Russische wetenschappers organiseerden in 2000 bijeenkomsten waar werd gediscuteerd over de planeet. Deze was ontdekt door één van Ruslands grootste observatora. Dit leidde tot het 2003 probleem. Top officials stelden een commissie samen om het (probleem) te onderzoeken. Dr. Dmitriev toonde aan dat alle planeten in ons zonnestelsel opmerkelijke veranderingen ondergaan.

Mars: De atmosfeer is aanzienlijk dikker geworden (twee keer zo dik)
Maan: Begint een atmosfeer te krijgen samengesteld uit natrium. Dr. Dmitriev verklaart: “Rond de maan bevindt zich een 6.000 km dikke natrium laag. Deze laag is nog nooit eerder gemeten. Ze is nieuw.
Aarde: In de bovenste laag van de atmosfeer begint zich HO gas te vormen. Gas hoort hier in deze hoeveelheid helemaal niet voor te komen.
Venus: Duidelijke stijging in lichtsterkte en helderheid.
Jupiter: Grote energieuitstoot zodat een geïoniseerde stralingsbuis waarneembaar is, welke gevormd wordt tussen haar en maan IO. Deze energiestraal is recentelijk gefotografeerd. Ook is het magnetische veld meer dan verdubbeld.

Onderzoeken geven aan dat Uranus en Neptunes recentelijk een poolshift hebben ondergaan. Toen de Voyager2 Uranus en Neptunes passeerde bleek dat de noordelijke en zuidelijke magnetische polen verplaatst waren. Na metingen kwam naar voren dat de polen 40 tot 50 graden verschoven waren. Dit is een aanzienlijke verandering t.o.v de roterende pool.

De terugkeer van Niburu en de effecten hiervan zijn uitgebreid terug te vinden in onze geschiedkundige geschriften. De bijbel, Hopi legendes, Maya overlevingen, Sumerische geschriften; ze beschrijven allemaal drie dagen duisternis. Deze worden verklaard door de enorme zwaartekracht-effecten van het magnetische veld van de planeet Niburu op de aarde. Deze effecten zorgen ervoor dat de rotatie van de aarde ongeveer drie dagen stopt. Het mag wel duidelijk zijn dat we hier over een enorme planeet praten, wanneer de effecten van zwaartekracht en de magnetische velden zo enorm zijn.

Over de hele wereld maken we groeiende verstoringen in de weerpatronen mee, waardoor oogsten mislukken. De activiteit van vulkanen is sterk toegenomen. Aardbevingen komen vaker voor en zijn zwaarder (7.0 op de schaal van Richter). De rotatie van de aarde is langzaam aan het vertragen, de zeespiegel stijgt, bossen sterven af. Diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Ziektes en bacteriën heersen over onze planeet.

Aanwijzingen voor een mogelijke terugkeer van Niburu zijn in overvloed te vinden in ons dagelijks leven. Waarom houden media en politiek dit voor ons verborgen?

Stel dat daadwerkelijk naar buiten komt dat er leven op een andere planeet bestaat. Dan vervalt alle grond onder onze huidige beschavingen. Wereldleiders verliezen hun machtspositie omdat hen universele en natuurlijke kennis ontbreekt. Zoals altijd gaat het uiteindelijk allemaal om geld en macht. En angst. Onze leiders zijn bang dat een dergelijke nieuws zal leiden tot massahysterie. Doe dus vooral eigen onderzoek. trek eigen conclusies. We hebben recht op alle informatie die er is. Daarom ook onder de links juist enkele die pleiten voor het mythologische karakter van planeet-X

Links:
Niburu (Planet X) Explained
Sitchin heeft het fout
The Planet X Saga: The Scientific Arguments in a Nutshell
De dreigende komst van Planeet X
De internet encyclopedie

Het Chinese Roswell

Het verhaal van de Dropa’s, het mysterie van de Dropa Stenen of het Chinese Roswell. Dit verhaal is bekend onder vele namen en het maakt niet uit welke je kiest want het verhaal van de Dropa’s is één van de interessantste verhalen uit de geschiedenis van het buitenaardse en de mens.

De ontdekking

De ontdekking vond plaats in 1938 in het hooggebergte van Baian-Kara-Ula op de grens van China en Tibet. Een archeologische expeditie, onder leiding van de Chinese professor Chi Pu Tei, ontdekte regelmatige rijen graven in de grotten van het gebergte. De skeletten waren overblijfselen van een vreemd en afwijkend menselijk ras. De lengte van de skeletten bedroeg gemiddeld 1,30 meter. Ze waren erg licht gebouwd en ze hadden schedels die erg groot en overontwikkeld waren.
Iemand vroeg of de overblijfselen van apen afkomstig konden zijn. Professor Chi Pu Tei antwoordde toen: “Wie heeft er gehoord van apen, die elkaar begraven?”
Chi Pu Tei en zijn team drongen vervolgens verder de grot binnen en daar ontdekten zij interessante grotschilderingen.
Op de muren van de grot vonden ze tekeningen van wezens met ronde helmen. Er waren ook hemellichamen zoals de zon, maan, aarde en sterren in de muren gegraveerd. Deze hemellichamen waren door middel van stippen met elkaar verbonden.
De grootste ontdekking moest nog komen… Half begraven in de stoffige vloer vond het team een grote ronde steen, die de vorm had van een grammofoonplaat. Er zat een gat in het midden en er liep een spiraalvormige groef vanuit het midden naar de rand.
Dit voorwerp was tussen de 10.000 en 12.000 jaar oud en dus ouder dan de piramides van Egypte.
Er werden in totaal 716 van dergelijke platen gevonden. Elke plaat had een diameter van 22,7 cm en was 2 cm dik. Elke plaat had een perfect cirkelvormig gat van 2 cm in het exacte midden.

De boodschap

Bij nadere bestudering bleek dat de groef helemaal geen groef was, maar een ononderbroken lijn van gegraveerd hiërogliefenschrift.
De bijna microscopisch kleine tekens waren in een taal die men nog nooit tegen was gekomen.
De schijven werden gemerkt en opgeslagen in de Universiteit van het toenmalige Peking.
Vele experts probeerden tevergeefs om de inscripties te vertalen.
Pas in 1962 slaagde een andere Chinese wetenschapper, Dr. Tsum Um Nui, erin om de code te breken. Het resultaat was zo verbazingwekkend dat de Prehistorische Afdeling van de Universiteit hem verbood om zijn bevindingen te publiceren of er zelfs maar over te praten.
Dr. Tsum Um Nui zette zijn onderzoek voort en kreeg tenslotte toch toestemming om zijn werk te publiceren. Het verscheen onder de titel: “Het gegraveerde schrift aangaande ruimteschepen die, zoals beschreven op de schijven, 12.000 jaar geleden op Aarde landden.”
Het schokkende verhaal werd opgeschreven door een volk dat zichzelf de Dropa’s noemde. De stenen schijven vertellen het verhaal van hun reis en hoe ze met hun ruimteschip vanaf een verre planeet aankwamen op aarde. Hun ruimteschip stortte neer in het Baian-Kara-Ula gebergte. De bemanning van het ruimteschip, de Dropa’s, vonden onderdak in de grotten. Ondanks hun vreedzame bedoelingen, werden de Dropa’s niet begrepen door leden van een naburige stam. Deze verklaarden de oorlog aan de Dropa’s en doodden er zelfs enkelen.
Een vertaling van een van de passages geeft het volgende weer: “De Dropa’s kwamen in hun machine uit de hemel. Onze mannen, vrouwen en kinderen hielden zich schuil in de grotten. Toen zij ten lange leste de gebarentaal van de Dropa’s hadden geleerd, realiseerden zij zich eindelijk dat de nieuwkomers vreedzame bedoelingen hadden…”
Een ander hoofdstuk vertelt dat het ruimteschip een noodlanding had gemaakt in een ver en afgelegen berggebied. Het was dermate moeilijk bereikbaar dat er geen mogelijkheid bestond om een nieuw ruimteschip te bouwen en daardoor werden de Dropa’s genoodzaakt om op onze planeet te blijven.
Het hele verhaal werd niet serieus genomen in het westen, maar dat veranderde toen de Russische wetenschapper Dr. Viatcheslav Zaitsev in 1968 uittreksels van het verhaal in het Sputnik Magazine publiceerde.
Deze wetenschapper deed verdere naspeuringen en ontdekte meerdere interessante feiten.
Zo was er de samenstelling van de schijven; deze bevatten een hoog gehalte kobalt en andere metalen, en dit vormde een zeer harde steensoort. Dit had het ook voor de primitieve mensen moeilijk gemaakt om de kleine tekentjes te graveren.
Toen de schijven getest werden met behulp van een oscillograaf werd er een vreemd ritme opgenomen, alsof ze ooit elektrisch geladen waren geweest. De wetenschapper zei ook dat ze misschien wel als geleiders dienst hadden gedaan.

Zijn er nog overlevende Dropa’s?

Ten tijde van de ontdekking werd het grottencomplex nog steeds bewoont door twee stammen, beter bekend als de Khams en de Dropa’s. De laatsten hadden een vreemd uiterlijk. Antropologen zijn er niet in geslaagd om de beide stammen onder te brengen bij een bekend ras, ze waren niet Chinees, Mongools of Tibetaans. Ze hadden een gele huid, magere lichamen en hoofden van buiten-proportionele afmetingen, hetgeen is gebleken uit de skeletten die in 1938 in de grotten zijn gevonden. Ze hadden een geringe lichaamsbeharing, grote ogen en hun gemiddelde lengte bedroeg 1,30 meter.
Een oude Chinese legende verhaalt over een klein, mager en geelhuidig volk dat vanuit de wolken op de aarde neerdaalde en door iedereen opgejaagd werd vanwege hun lelijkheid.
In 1995 verscheen er een opmerkelijk nieuwsbericht uit China: In de provincie Sichuan, dat te oosten ligt van het Baian-Kara-Ula gebergte, is een stam van 120 mensen ontdekt die niet door antropologen geclassificeerd konden worden. Het belangrijkste kenmerk van deze nieuwe stam is de lengte van de stamleden: er is er geen een langer dan 1,20 meter, de kleinste volwassene heeft slechts een lengte van 85 cm.
Deze ontdekking zou weleens het eerste harde bewijs van het bestaan van de Dropa’s- mensen wiens voorouders volgens zeggen uit de ruimte kwamen.

Wat is er met de stenen gebeurd?

In 1974 zag een Oostenrijkse ingenieur, Ernst Wegerer, twee van dergelijke schijven in het Banpo Museum in Xian. Hij nam in totaal vier foto’s.
Toen de Duitse wetenschapper Hartwig Hausdorf en zijn collega Peter Krassa, het Banpo Museum bezochten in 1994, werd hen verteld dat de directeur was bevolen om de schijven te vernietigen en het bestaan ervan te ontkennen.
Verder ontdekte Hausdorf dat de Chinese regering geen officieel archief heeft over een stam met de naam Dropa.
Wat is er met de schijven gebeurd? Zijn er nog schijven over? Zo ja, waar zijn deze gebleven?
Het verhaal van de Dropa’s zou weleens het beste bewijs van het bezoek van oude astronauten aan de aarde kunnen zijn en misschien zijn ze nog wel in ons midden.

Het Dogon volk

Het Dogon-volk van Mali is een stam die in afzondering leeft in een uithoek van het dun bevolkte binnenland van West-Afrika. Er zijn nauwelijks 200.000 leden, die merendeels wonen in dorpjes tegen de steile rotswanden van Bandiagara, ten oosten van de bovenloop van de rivier de Niger. Hoewel men ze niet “primitief” kan noemen, aangezien ze een redelijk modern leven leiden, ligt het nu ook weer niet voor de hand dat de Dogon in het bezit zijn van geavanceerde wetenschappelijke kennis.

Toch beschikken zij over een zeer nauwkeurige kennis van het sterrensysteem van Sirius (waarbij minstens één ster zit die door moderne astronomen niet is geïdentificeerd), en de precieze omwentelingssnelheid van de sterren. Bovendien beweren Dogon-priesters dat zij deze details al vele eeuwen weten, lang voordat Westerse astronomen ze hebben ontdekt. Blijkbaar zijn ze mondeling en in het geheim doorgegeven.
Deze kennis is voor het eerst in 1950 wereldkundig gemaakt, in A Sudanese Sirius System, door twee vooraanstaande Franse antropologen, Germaine Dieterlen en Marcel Griaule, die eind jaren “40 lange tijd bij de Dogon hebben doorgebracht. De twee wetenschappers raakten zo vertrouwelijk met de priesters, dat dezen hun opmerkelijke kennis, die verband houdt met hun godsdienstige leven, explicitiet hebben onthuld.

De oorsprong van het leven

Voor de Dogon is de gehele schepping verbonden met de ster die zij Po Tolo noemen, wat “zaadster” betekent. De naam komt van het kleinste zaadje dat ze kennen en dat Fonio heet. De officiële naam luidt Digitaria exilis. Als kleinste zaadje verwijst het naar het begin van alle dingen. Volgens de Dogon begon de schepping op deze ingestorte ster (een “witte dwerg”), die moderne astronomen Sirius B noemen, de veel kleinere begeleider van de heldere Sirius A, de hondsster.
Het is verbijsterend hoeveel astronomische details de Dogon kennen van het Sirius-systeem. Zo weten ze dat Po Tolo een massieve dichtheid kent die niet in verhouding staat tot zijn geringe grootte, en geloven ze dat dit komt door de aanwezigheid van sagala, een metaalachtig element van uiterst dichtheid en sterkte dat op aarde niet voorkomt. Verder beschrijven ze hoe de gecombineerde banen van Sirius A en B een ellips vormen, met Sirius A op een uiterste van de ellips, een gedachte waar Westerse astronomen pas vroeg in de 17e eeuw op kwamen, toen Johannes Kepler opperde dat hemellichamen niet in keurige cirkelbanen ronddraaien.
Volgens de Dogon doet Sirius B er 50 jaar over om om Sirius A heen te draaien, wat overeenkomt met de iets nauwkeuriger berekening van 50,04jaar van de moderne astronomie. Even frappant is hun bewering dat Sirius B om zijn eigen as draait, en wel in de tijd van één jaar op aarde. De moderne astronomie onderschrijft dit niet. Volgens sommige astronomen zou het waar kunnen zijn, maar anderen menen dat dit een veel te langzame draaisnelheid is voor zo’n kleine ster.
Maar werkelijk opzienbarend is de geheime “kennis” van de Dogon die wijst op een derde hemellichaam in het Sirius-systeem, dat door de moderne astronomie nog niet is ontdekt. Dit derde lichaam noemen zij Emme Ye, oftewel “sorghumgierstvrouw”, en ze beweren dat het een kleine ster is waar één enkele planeet omheen draait, of een planeet met een grote satelliet. Deze wordt door moderne onderzoekers Sirius C genoemd, hoewel er nog geen wetenschappelijk bewijs is voor het bestaan ervan.

Europese invloeden

Robert Temple, een lid van de Royal Astronomical Society komt in zijn boek Het mysterie van Sirius uit 1976 tot de conclusie dat de Dogon de informatie die ze aan Dieterlen en Griaule gaven, al duizenden jaren kenden. Maar er is ook een groep sceptici die volhoudt dat dit nooit het geval kan zijn. Hieronder bevinden zich auteurs als wijlen Carl Sagan, Ian Ridpath, James Oberg en Ronald Story.
Zij voelen meer voor, het scenario dat Europese of Amerikaanse bezoekers tijdens de ontdekking van Afrika in de afgelopen 150 jaar op de Dogon zijn gestuit, en hun nieuwe informatie over Sirius hebben gegeven. De Dogon zouden die vervolgens in hun kosmologie hebben opgenomen.
Maar in een interview met het BBC-programma Horizon bleek Germaine Dieterlen het niet eens te zijn met deze opvatting, en toonde zij als bewijs een bijna 500 jaar oud Dogon-model van het Sirius-systeem. Bovendien voeren anderen aan dat men in het Westen pas in de 20e eeuw bekend raakte met de astronomische gegevens waar de Dogon over beschikken en die 150 jaar geledenen dus niet kenden.

Griekse landverhuizers.

Inmiddels blijkt er wellicht historisch bewijs te zijn voor de gedachte dat de astronomische kennis van de Dogon over Sirius duizenden jaren oud is. Men denkt dat de Dogon verre afstammelingen zijn van Grieken die het noordelijke deel van Afrika hebben gekoloniseerd dat nu het, moderne Libië vormt. De Griekse geschiedschrijver Herodotus noemde hen “Garamantianen”, naar Garamas, de zoon van de Griekse aardgodin Gaia. Elementen uit de Griekse traditie lijken merkwaardig veel op de preoccupatie van de Dogon met getallen. Bovendien zullen de uitgeweken Grieken tijdens hun verblijf in Libië het een en ander hebben opgestoken van de oude Egyptenaren.
Na jaren van landverhuizen in zuidelijke richting, kwamen de Dogon tenslotte naar de bovenloop van de Niger, waar ze zich vestigden en vermengden met de bestaande negerbevolking. Volgens de 20e-eeuwse historicus en auteur Robert Graves leven de laatste vertegenwoordigers van dit rondtrekkende volk nu in een dorp dat Koromantse, of Koreinze heet, op 75 km van Bandiagara.

Amfibische bezoekers

Voor sommigen is dit het onweerlegbare bewijs dat de astronomische kennis van de Dogon uit de oudheid stamt, maar het verklaart niet hoe ze er aan kwamen. Want hoe kon een yolk zonder meetinstrumenten iets afweten van de bewegingen en de eigenschappen van onze helderste ster, van een begeleider die nauwelijks te zien is, en van een derde hemellichaam waarvan het bestaan wetenschappelijk niet eens te bewijzen is?
De Dogon hebben zelf een simpele verklaring voor hun opmerkelijke kennis van de complexe astronomie van het Sirius-systeem: hun voorouders ontvingen de kennis van buitenaardse amfibische bezoekers, de Nommos, die van Po Tolo- Sirius B- kwamen. De beschrijving die de Dogon geven is heel nauwkeurig.
Ze vertellen hoe de Nommos eerst vanuit het Sirius-systeem arriveerden in een ruimtevaartuig dat ronddraaide tijdens de afdaling, waarbij het raasde als een bulderende storm. Ze herinneren zich ook dat deze vliegende machine stuitterde bij de landing, als een plat steentje dat over het water scheert, en daarbij de grond omwoelde met “stralen bloed”. Volgens sommige deskundigen betekenen deze woorden in de Dogon-taal zoiets als “uitlaatvuur van een raket”, het tegengas dat wordt gegeven bij het doen landen van moderne ruimteschepen. Tegelijkertijd, vertellen de Dogon, verscheen er een nieuwe ster die in de verte bleef hangen, wat wel wordt geïnterpreteerd als een moederschip dat in de buurt bleef. Dat is niet vergezocht, als je bedenkt dat het Apollo-ruimteschip in de buurt bleef toen zijn maancapsule in juli 1969 de eerste bemande landing op de Maan maakte.
Dit zou allemaal nogal ridicuul aandoen als er geen merkwaardige parallellen waren met beschavingen die bloeiden rond de tijd van de volksverhuizingen van de voorouders van de Dogon. Voorstellingen in de Dogon-kunst van de reptielachtige Nommos lijken opmerkelijk veel op de Babylonische halfgod met vissestaart Oannes, op de Akkadische Nommos-achtige amflbieën die Ea heten, en op de afbeelding in sommige vroeg-Egyptische kunst van de godin Isis in de vorm van een zeemeermin. Al deze figuren zijn voor hun vereerders de stichters van hun gehele beschaving.
Wat is nu het geheim van de kennis van de Dogon? Of we verbanden kunnen leggen met de oude beschavingen van het Midden-Oosten, hangt er van af of we aannemen dat de voorouders van de Dogon werkelijk naar het zuiden trokken.

Luisteren naar signalen

De rationele wereld van de sterrenkunde is niet helemaal afwijzend. Want de grootste radiotelescoop ter wereld, bij Arecibo, op het Caraïbische eiland Puerto Rico, luistert naar signalen waar men hoopt een betekenis in te kunnen vinden, die afkomstig zijn van diverse sterren, zoals Tau Ceti en Epsilon Eridani, die op de zon lijken en waaromheen misschien planeten draaien. Maar ze luisteren niet naar Sirius.
Moderne astronomen richten zich misschien op de aanwijzingen die verborgen liggen in de tradities van de Dogon om die informatie te gebruiken. Tot die tijd blijft het een mysterie hoe de Dogon aan hun kennis kwamen.

De onbekende planeet

De afgelopen jaren is nieuws omtrent Armageddon, ofwel het einde der tijden, in grote mate toegenomen. Steeds vaker zijn er mensen die voorspellen dat het einde nabij is en veelal vallen de daarbij genoemde jaartallen tussen de jaren 2003 en 2012.

Zowel in de bijbel als in de Koran worden deze beide jaartallen genoemd in verband met het einde der tijden. Ook de Inca’s, Azteken, Egyptenaren, Indianen en Aboriginals geloven dat deze jaren van groot belang zijn voor de aarde en de mensheid.

Als je op zoek gaat naar informatie hierover, kom je al gauw de termen Niburu en Planet.X tegen. Niburu komt in vele van de verschillende geschriften, muurschilderingen en hiëroglyfen voor.

De vraag hierbij is of het hier om een mythe of om geschiedenis en dus de waarheid gaat.

Op de eerste plaats is het uitzonderlijk dat verschillende volkeren er over geschreven hebben en voorspelden dat in het jaar 2003 deze planeet terug zal keren in ons sterrenstelsel. Tevens voorspelden zij dat het jaar 2012 een belangrijk jaar zal worden voor de aarde en haar bewoners, waarbij Niburu een grote rol zal spelen.

Verder blijkt dat de huidige wetenschap meer weet over Niburu en er zelfs bewijzen voor heeft dat deze al in ons sterrenstelsel is. De politiek en media houden deze informatie stil, maar voor degenen die er naar zoeken is alle informatie beschikbaar.

Tot slot is gebleken dat de politiek en media meer weten over Niburu. Officieus zijn ze bereid toe te geven dat Niburu bestaat en al in ons sterrenstelsel is. Officieel is dit echter een ander verhaal. Zij krijgen van hogerhand namelijk opgelegd deze informatie niet vrij te geven en zonodig te ontkennen dat Niburu bestaat. Men voert zelfs bewijzen aan waaruit zou blijken dat het om een fabeltje gaat.

Zoals bij zoveel van deze zaken is het raadzaam zelf op zoek te gaan naar nadere informatie. De overgheid is in deze niet te vertrouwen.