Wanneer we de bijbel strikt nemen, en we lezen over Noach en zijn geschiedenis in het boek Genesis, dan valt het vrij snel op dat we over de leefwereld van Noach niet zo veel informatie meekrijgen. Wanneer het gaat over de oudheid komt daar nog bij dat via school, boeken, media en dergelijke we tegenwoordig helemaal geïndoctrineerd zijn met ideeën van primitieve mensen en gebruiken. Daar zijn we immers mee opgegroeid. Het mag ons dan ook niet verbazen wanneer we in plaatjesboeken bij Genesis afbeeldingen terugvinden van mensen met middeleeuws aandoende kleding en met primitieve gereedschappen om de ark te bouwen. We slikken dat dus als zoete koek en staan er niet bij stil hoe het er in werkelijkheid moet uitgezien hebben. Bovendien is van de periode voor de zondvloed ook zeer weinig bekend van het sociale klimaat waarin de mensen leefden, laat staan dat we kunnen schatten hoeveel mensen er op aarde geleefd hebben in die periode.Wat we wel meekrijgen uit Genesis is dat de eerste mensen uit de hof van eden verdreven werden en zich vestigden op de aarde. We krijgen dan een verhaal over de nakomelingen van Adam en Eva met hun opeenvolgende generaties tot Noach. Maar in Genesis 6 lezen we plots dat de gehele aarde ‘verdorven’ was, dat er heel veel geweld was op aarde en dat de boosheid van de mensen groot was. Dit is blijkbaar de oorzaak van een allesomvattende vloed, de zondvloed. Enkel Noach, een rechtvaardig man, en zijn gezin zou hieruit gered worden en uit hen zou de wereldbevolking opnieuw ontstaan.
Oorzaken
Maar wat zou er nu aan de basis kunnen gelegen hebben van een allesvernietigende vloed over de gehele aarde? Welke verschrikkelijke boosheid was er bij het mensdom binnengeslopen waardoor God geen andere keuze meer had dan een dergelijke catastrofe over de aarde te laten komen? Enkel al in de laatste eeuw zijn over onze westerse wereld meerdere verschrikkelijke oorlogen geweest met miljoenen slachtoffers en verschrikkingen als atoombommen, chemische oorlogvoering, genociden,… en toch heeft God niet opnieuw geoordeeld als ten tijde van Noach!
Er moet dus iets gebeurd zijn dat nog veel erger geweest is dan de ergste oorlogen die wij in de afgelopen decennia gekend hebben.
Mogelijk kan het begin van hoofdstuk 6 ons hier toch wat meer duidelijkheid over verschaffen. Daar wordt ons namelijk meegedeeld dat engelen, Zonen Gods, zich vermengd hebben met de ‘dochters der mensen’ en dat daaruit reuzen zijn voortgekomen, geweldigen, of ook wel ‘geweldenaars’ genoemd.
Andere verwijzingen naar deze engelen vinden we in de brief van Judas 1:6: ‘en dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten’ en in de tweede brief van Petrus 2:4 waar het ook gaat over engelen die gezondigd hadden.
Bovendien wordt in de brief van Judas ook nog geciteerd uit het apocriefe boek Henoch, en blijken ook door Petrus bepaalde verzen nagenoeg letterlijk uit hetzelfde boek Henoch overgenomen te zijn.
Redenen genoeg dus om ook dat boek Henoch er eens op na te slaan, en wat blijkt: in dit apocriefe boek wordt ons nog meer uitleg verschaft over de relatie tussen deze gevallen engelen en de mensen die toen op aarde leefden.
Henoch: ‘en de zonen Gods namen zich vrouwen, en ieder koos er een voor zichzelf. En ze begonnen tot hen in te gaan en vermengden zich met hen. En ze leerden hun magische formules en toverijen… en ze werden zwanger en baarden grote reuzen… En de reuzen keerden zich tegen hen om de mensen te verslinden. En ze begonnen te zondigen tegen vogels, en tegen dieren, en tegen kruipend gedierte en tegen vissen, en ze verslonden elkaars vlees en dronken het bloed hieruit.’
In ruil voor de seksuele ‘diensten’ van de mensenvrouwen aan de engelen kregen de mensen, naast het onderricht in het toveren en de magie, ook nog onderricht in het maken van wapens, het gebruik en de bewerking van de metalen van de aarde, cosmetica, edelgesteenten, kleurstoffen, banspreuken, wortelinsnijdingen (drugs ?), astrologie, de constellaties, de kennis van de wolken, de tekenen van de aarde, de tekenen van de zon, en de baan van de maan.
Een gedeelte van die kennis moet bewaard gebleven zijn na de zondvloed, want bijvoorbeeld de Maya’s en de Inca’s waren op de hoogte van het bestaan van alle planeten van ons zonnestelsel en zelfs de afstand tot de zon! En dat terwijl Uranus pas ontdekt werd in 1781, Neptunus pas in 1648 en Pluto zelfs pas in 1930, respectievelijk door middel van de betere sterrenkijkers van die tijd en door nauwkeurige theoretische berekeningen. Ook de omloop van deze planeten kon ten tijde van Noach met een nauwkeurigheid berekend worden die onmogelijk door middel van observaties kon verkregen worden. Er moet dus wel informatie van ‘buitenuit’ aan te pas gekomen zijn. Sommige onderzoekers zien hierin een reden om aan te nemen dat er buitenaardse wezens op aarde toegekomen zijn, die later door de mensen als goden aanbeden en vereerd werden. In feite liggen beide standpunten zeer dicht bij elkaar, want engelen zijn immers ook ‘buitenaards’.
Nakomelingen
De nakomelingen van de mensen met de engelen worden reuzen genoemd, in de oorspronkelijke tekst: Nephiliem. Dezen keerden zich tegen de mensen maar vergrepen zich ook aan de dieren, de vogels en de vissen. Wat betekent dit: vergrijpen? Zou dat ook weer te maken hebben met seksuele gemeenschap? Waarom zou de bijbel anders meerder malen vermelden dat de aarde helemaal ‘verdorven’ was, en dat ook de dieren (al wat leeft) zich misdragen hadden? Het mensdom is blijkbaar ‘besmet’ geworden door de omgang met de engelen, en deze ‘besmetting’ zette zich nu blijkbaar door tot de dieren.
Van de Bijbel maken we even een verre sprong, naar de Edda, de geschiedenis van het Oudgermaanse godendom. Hierin vinden we een uiterst merkwaardig ‘geslachtsregister’ van reuzenafkomst, met de vermelding van afschuwelijke monsters die voortsproten uit vermengingen van dieren met ‘menselijke’ wezens.
De Mahabharata, een heilige boek voor de bevolking van Kasjmir is wat dit betreft ook zeer interessant. Samen met de Bijbel behoort dit boek tot de oudste gekende religieuze teksten. De Mahabharata handelt over, jawel, een vermenging van een koning (een mens dus) met een ‘godin’.
De kroost die hieruit voortvloeit wordt omschreven als een stel machtige, goddelijke figuren. Het komt tot een conflict met de mensen waarin allerhande wrede wapens gebruikt worden. Sommige worden beschreven als ‘reusachtige knuppels met dodelijke straling, die aan nucleaire raketten doen denken’. Dergelijke, zogenaamde mythische verhalen waarin goden zich vermengen met mensen, vinden we over de hele wereld terug, dikwijls ook nog met een verwijzing naar een wereldomvattende vloed, de zondvloed.
De Egyptische Goden
Nu is het van hieruit ook niet meer zo heel moeilijk om de stap te zetten naar de half-mens half-dier goden uit Egypte (Osiris bijvoorbeeld), de Minotauros van Knossos op Kreta, de Sirenen uit de Egeische zee, ja zelfs tot in China werden dergelijke half-mens half-dier schepselen in afbeeldingen aangetroffen. Onderstaande foto is een afbeelding van een mens-insect vermenging, terug te vinden op de muren van de tempel van Luxor. Wordt het stilaan duidelijk of moeten we daar toch nog expliciet bij vermelden dat zich op die plaatsen dikwijls ook nog bouwwerken bevinden (piramides, gigantische paleizen en onderaardse gangenstelsels…) waarvan we nu nog steeds niet begrijpen met welke middelen deze ‘wereldwonderen’ tot stand gekomen zijn? En het moet ons dan ook niet meer langer verbazen wanneer we daar voorwerpen aantreffen die, voor wat betreft hun technisch vernuft, helemaal niet passen bij het zogenaamde ‘bronzen of ijzeren tijdperk’ waarmee onze hedendaagse ‘geschiedkundigen’ deze cultuurvolkeren nog steeds klasseren. Batterijen die stroom kunnen leveren, modelvliegtuigjes van het straaljagertype, ijzeren obelisken die geen greintje roest vertonen, zelfs na duizenden jaren nog niet, sarcofagen uit een gesteente harder dan graniet maar gepolijst dat onze moderne steenkappers erbij verbleken… en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan.
Stad op palen
Eén van de meest intrigerende mysterieuze plaatsen is het eiland Nan Madol, één van de vele Zuidzee-eilanden. Hier zijn ruïnes teruggevonden van steden die opgebouwd zijn met zeskantige basaltzuilen, tot 10 ton zwaar. De zuilen zijn op dusdanige manier gestapeld dat er een hele stad mee opgebouwd werd. Geschat wordt dat er ongeveer 400.000 van die zuilen gebruikt zijn voor dit ‘prehistorische’ mikadospelletje. Opmerkelijk is dat de basaltzuilen niet van het eiland zelf afkomstig zijn maar van enkele eilanden verderop in zee. Hoe zijn die zuilen daar maar terechtgekomen? Met welke technologie hebben mensen dit voor mekaar gekregen? Of zouden er ‘buitenaardse’ krachten mee gemoeid zijn? Mythische verhalen doen immers de ronde dat een tovenaar in staat zou geweest zijn met een toverformule en basaltzuil op het ene eiland ‘op te tillen’ en op het andere eiland door middel van een andere spreuk op zijn plaats te laten neerkomen. Je zou dit kunnen wegwuiven als een fabeltje, maar bedenk dan wel dat er – voorlopig althans – geen enkele andere aanvaardbare uitleg kan gegeven worden voor het bestaan van een dergelijke site.
Reuzen zijn er ook geweest na de zondvloed, en ook daar getuigt de Bijbel van, in het boek Numeri hoofdstuk 13:33. Toen Israël binnentrok in Kanaän kreeg het volk van God de opdracht om alle inwoners van het land te doden. Welk een bloeddorstig God is dat dan wel, die zulk een opdracht geeft? Maar net zoals bij de zondvloed de aarde verdorven was door ‘reuzen’, als resultaat van vermenging met ‘buitenaardsen’, zo waren die reuzen weer opnieuw in het land Kanaän. God vroeg van Israël dezelfde vernietigende werking tegenover deze reuzen als de zondvloed gedaan had.
Indien dit allemaal historisch correct is dan moeten we in principe toch nog iets terugvinden van dergelijke reuzen? Inderdaad, er zijn op verschillende plaatsen in de wereld beenderen, ja zelfs hele skeletten teruggevonden van reuzen die wel 4 tot 5 meter groot waren. Enkele waren zelfs in een sarcofaag, een gigantische dus, opgebaard en hadden aan handen en voeten zes tenen en vingers (ook de Bijbel spreekt hierover in 2Sa 21:20). Een zeer bijzondere sarcofaag, wel 40 ton zwaar, is teruggevonden in één van de piramides in Egypte. Wetenschappelijk onderzoek heeft niet kunnen aantonen of de overblijfselen in deze bewuste sarcofaag van een mens afkomstig waren of van een ander wezen. Feit was wel dat het tonnen-zware deksel blijkbaar gemaakt was om, anders dan bij de klassieke sarcofagen, nooit meer van de kist afgehaald te worden! Welk wezen heeft hierin opgebaard gelegen?
We mogen zeker niet stellen dat we, in het licht van de Bijbel, op alle eigenaardige vondsten een verklaring kunnen geven, maar we zijn ervan overtuigd dat we ons minder vaak in allerlei bochten moeten wringen om bevredigende antwoorden te vinden dan dat het geval is bij de aanhangers van de evolutietheorie en de klassieke geschiedenis.
Bron: Xcriptuur.digizign.nl